Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen - soorten

Venster sluiten

 CodeNaamAuteurStandaardlijst
VlaanderenparenvisParentucellia viscosa(L.) Caruel
Nederland1717Parentucellia viscosa(L.) Caruel

 

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
EcotooptypenNPresentie %Bedekking %% verklaard
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem3.751.80.0421.7
bG40 gesloten korte vegetatie op brakke vochtige bodem9.511.30.0342.1
bP40 pioniervegetatie op brakke vochtige bodem3.750.70.0257
bG20 gesloten korte vegetatie op brakke natte bodem2.40.20.0267.4
G43 gesloten korte vegetatie op vochtige voedselarme basische bodem2.80.90.0175.2
G47kr gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke basische bodem18.750.70.0182.4

 

Resulterende indeling soortengroepen
P23 pioniervegetatie op natte voedselarme basische bodem
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem
P47kr pioniervegetatie op vochtige matig voedselrijke basische bodem

 

Discussie
Oude indelingP23, G23, P47kr
Wijziging vooraf
LiteratuurWeeda: halfparasiet van pioniervegetaties met een ijle grasmat op kalkhoudende, zandige grond. Veelal in terreinen met een zoute voorgeschiedenis, zoals op drooggevallen platen in voormalige zee-armen, op zandige terreinen in jonge droogmakerijen en op opgespoten zandvlakten. Begeleiders zijn onder meer Agrostis stolonifera, Festuca rubra, Poa pratensis, Phragmites australis, Centaurium spec., Plantago major ssp. intermedia, Epilobium parviflorum, Crepis capillaris, en Aster tripolium. Verloove: optimum in schrale, iets vochtige graslanden (G42, G47), heischrale graslanden. Oberdorfer: aventief in greppels/sloten op open, natte, liefst iets humeuze bodem. In Isoeto-Nanojuncetea of Agr.-Rumicion gezelschappen.
Conclusie op basis literatuur-
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypenP23 ->G23, P47kr ->G47kr, +bG40
Voorstel wijziging+bP40
Toelichting voorstelHan: wel of niet kenmerkend voor pionierecotopen (P->G)?
Commentaar referenten KG: soort bekend van 135 kmhokken: (opgespoten) westelijk havengebied Amsterdam, eilanden in de Grevelingen (voormalige zandplaten), Philipsdam en zeer verspreid in Pleistoceen. G23 lijkt me derhalve onjuist. Aan brak twijfel ik ook, al zijn het dus wel regelmatig gebieden met een brakke voorgeschiedenis. Zelf ken ik slechts enkele groeiplaatsen, die eerder G dan P zijn: gesloten grazige vegetaties. Weeda: soort op overgang van pioniervegetaties naar grasland, niet brak.
Reactie
Resulterende indelingP23, G23, P47kr