Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
Ecotooptypen		N	Presentie %	Bedekking %	% verklaard
G28	gesloten korte vegetatie op natte zeer voedselrijke bodem	1.31	0.1	0.04	53.2
bG20	gesloten korte vegetatie op brakke natte bodem	3.38	0.3	0.02	84.6

Resulterende indeling soortengroepen
P28	pioniervegetatie op natte zeer voedselrijke bodem
P27	pioniervegetatie op natte matig voedselrijke bodem

Discussie
Oude indeling	P28, P27
Wijziging vooraf	P22->P27
Literatuur	Weeda: in weilanden die 's winters ondiep onder water staan; langs kreken in begroeiing van Agrostis stolonifera, Poa trivialis, Festuca pratensis, Plantago major ssp pleiosperma, Triglochin palustris, Eleocharis palustris s sp uniglumis, Juncus articulatus en Glyceria plicata sssp declinata. In dezelfde omgeving -vooral aan de kreekoever- komen diverse andere schermbloemigen voor, zoals Apium nodiflorum, Oenanthe lachenalii en O. fistulosa. Oberdorfer: in pioniergezelschappen op vochtige, een deel van de tijd onder water staande, voedselrijke slibgrond. Ellenberg: S = 1 (iets zoutverdragend). Maas (1999) (Gorteria 25-1): aan kreekoever met o.a. Triglochin palustris, Samolus valerandi, Oenanthe lachenalii, Blysmus compressus.
Conclusie op basis literatuur	P22 -> P27, P22 -> P28?
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen	(P27 ->G28?, +bG20)
Voorstel wijziging	P22 ->P28, +bG20
Toelichting voorstel	Han: indelen als pionier of graslandsoort?
Commentaar referenten	Weeda: - bG20, + G27 [in gezelschap van Apium repens nauwelijks of geen zoutindicatoren, die staan in andere delen zelfde terreinen].
Reactie	Zelfde probleem als bij Blysmus compressus, nl. dat soort in licht brak water zijn optimum lijkt te hebben, op grens van zoet en brak. Uiteindelijk alleen bij zoet ingedeeld.
Resulterende indeling	P28, P27