Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen - soorten

Venster sluiten

 CodeNaamAuteurStandaardlijst
VlaanderenpedicpalPedicularis palustrisL.
Nederland923Pedicularis palustrisL.

 

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
EcotooptypenNPresentie %Bedekking %% verklaard
P23 pioniervegetatie op natte voedselarme basische bodem2.5617.20.3718.5
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem13.066.10.333.4
G27 gesloten korte vegetatie op natte matig voedselrijke bodem222.444.60.2445.4
S23 struweel op natte voedselarme basische bodem4.1710.20.2256.2
G22 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme zwak zure bodem128.546.40.2166.6
V12 verlandingsvegetatie in voedselarm zwak zuur water31.876.50.1875.5
S28 struweel op natte zeer voedselrijke bodem8.774.40.180.4

 

Resulterende indeling soortengroepen
G27 gesloten korte vegetatie op natte matig voedselrijke bodem
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem
G22 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme zwak zure bodem

 

Discussie
Oude indelingG27, G23, G22
Wijziging vooraf
LiteratuurWeeda: op tamelijk voedselrijke, venige bodem; in natte graslanden samen met onder meer Ranunculus flammula, Juncus articulatus, Cardamine pratensis, Mentha aquatica, Caltha palustris en Rhinantus angustifolius. In minder zuur, kalkhoudend milieu kunnen, in een mosdek waarin slaapmossen een hoofdrol spelen, soorten als Crex diandar, Juncus subnodulosus, Dactylorhiza praetermissa en Liparis loeselii een rol spelen. In duinvalleien op drassiger plekken dan Schoenus of Parnassis. Oberdorfer: op meest kalkarme, neutrale tot zwak zure bodem. Ellenberg: R = x (indifferent).
Conclusie op basis literatuur+ G27
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen+G23, +G27
Voorstel wijziging+G27, +G23
Toelichting voorstelHan: Zwaartepunt in matig voedselrijk (G27) of in voedselarm (G22, G23)? Wel of niet kalkminnend ? Wouter: in Vlaanderen niet in G23
Commentaar referentenKG: Binnen duingebieden komt de soort vooral voor in Zwanenwater (kalkarm), Terschelling (kalkarm) en Schiermonnikoog (iets kalkrijker). Daarbuiten vooral in laagveenmoerassen en (vroeger) in veenweidegebieden. G23 begrijp ik dus niet zo goed. Enkele G27 situaties ken ik wel, maar ik betwijfel of dat er voldoende zijn voor het mede daarbij indelen.
ReactieHR: heb deze soort voldoende in beekdalen in Dotterbloemhooilanden gezien, dus G27 is denk ik wel terecht. Komt misschien niet zo veel in natte duinvalleien voor, maar is zeker niet kalkmijdend.
Resulterende indelingG27, G23, G22