| | Code | Naam | Auteur | Standaardlijst | | Vlaanderen | phytes-n | Phyteuma nigrum | F.W. Schmidt |  | | Nederland | 935 | Phyteuma spicatum subsp. nigrum | (F.W.Schmidt) Weeda | |
| Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland | | Ecotooptypen | N | Presentie % | Bedekking % | % verklaard | | B43 | bos op vochtige voedselarme basische bodem | 17.05 | 11.8 | 0.26 | 45.5 | | S43 | struweel op vochtige voedselarme basische bodem | 5.57 | 4.4 | 0.14 | 69.8 | | S47kr | struweel op vochtige matig voedselrijke basische bodem | 2.08 | 0.8 | 0.05 | 79.4 | | B42 | bos op vochtige voedselarme zwak zure bodem | 26.2 | 1.3 | 0.03 | 85.3 |
| Resulterende indeling soortengroepen | | H43 | bos en struweel op vochtige voedselarme basische bodem | | H42 | bos en struweel op vochtige voedselarme zwak zure bodem |
| Discussie | | Oude indeling | H43, H42 | | Wijziging vooraf | H47 ->H47kr | | Literatuur | Groen et al.: H47 ->H47kr (zie par. 2.3.1 Toetsingsrapport (Runhaar e.a. 2003) ). Weeda: Zwartblauwe rapunzel lijkt zich in grasland beter thuis te voelen dan de Witte rapunzel; op vochthoudende, langdurig natte, tamelijk voedselrijke, niet sterk zure zandige tot lemige grond; in het buitenland wordt hij vaak als kalkmijdend betiteld, maar in Zuid-Limburg groeit hij op krijtverweringsgrond en vlak ten oosten van ons land staat hij in het graafschap Bentheim eveneens op kalkrijke afzettingen; Samen met Anemone nemorosa, Holcus mollis, Rubus fruticosus, Aegopodium podagrariae, Urtica dioica, Poa trivialis, Taraxacum officinale, Dactylis glomerata, Glechoma hederacea, Poa nemoralis, Moehringia trinervia, Rumex acetosa, Lysimachia vulgaris, Brachypodium sylvaticum, Paris quadrifolia, Geum rivale, Crepis paludosa. Oberdorfer: in bergweiden of gemengde loofbossen op vochthoudende, matig voedselrijke, basenrijke maar kalkarme, (neutrale tot) zwak zure leem; kensoort Polygono-Trisetion (plusminus G47). Ellenberg: R=5 (zwak zuur). De Vegetatie van Nederland, dl 5: hoogste verspreidingsdichtheid in Zuid-Limburg, en dan vooral in Stellario-Carpinetum. | | Conclusie op basis literatuur | -H43?, H47->H47kr, +H42?, +G47 | | Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen | - | | Voorstel wijziging | -H47kr, +H42 | | Toelichting voorstel | Han: inderdaad in Nederland op basisch substraat (H43)? Wel of niet indelen bij graslanden (G47?)? Volgens Nederlandse opnamenmateriaal alleen in bossen, maar uit N-Drenthe ook bekend van graslanden.
Wouter:in Vlaanderen alleen in bossen op vochtige leembodem, niet in grasland | | Commentaar referenten | Weeda: - H42, + H47 [zelfde standplaatsen als subsp. spicatum].
KG: 100 kmhokken in Nederland, niet alleen basische gebieden. Voorstel o.k. | | Reactie | ssp. nigrum wordt gezien als kensoort van Stallario-Carpinetum en heeft volgens TOESRT zwaartepunt in relatief voedselarme bossen (B43,B42). Ook volgens Oberdorfer minder voedselminnend dan ssp. spicatum. | | Resulterende indeling | H43, H42 |
|
