Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
Ecotooptypen		N	Presentie %	Bedekking %	% verklaard
G61	gesloten korte vegetatie op droge voedselarme zure bodem	3.4	0.4	0.01	48.3
G41	gesloten korte vegetatie op vochtige voedselarme zure bodem	3.54	0.3	0.01	75.6
G42	gesloten korte vegetatie op vochtige voedselarme zwak zure bodem	2	0.2	0.01	100

Resulterende indeling soortengroepen
G42	gesloten korte vegetatie op vochtige voedselarme zwak zure bodem
G61	gesloten korte vegetatie op droge voedselarme zure bodem

Discussie
Oude indeling	G42, G61
Wijziging vooraf
Literatuur	Weeda: in heidevegetaties en schrale grasvegetaties op hooggelegen, meestal leemhoudende zandgronden, samen met Calluna vulgaris, Erica tetralix, Molinia caerulea, Deschampsia flexuosa, Carex pilulifera en Galium saxatile. Oberdorfer: in 'Moorwiesen und anmoorigen Magerrasen' op vochtige tot vochthoudende (wechselfrische), basenrijke maar meest kalkvrije of oppervlakkig ontkalkte, zwak zure tot neutrale, humeuze tot venige klei- en ook zandgrond. R=5 (zwak zuur), F=7 (vochtig).
Conclusie op basis literatuur	+G61?, +G42?
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen	(-G62, +G61, +G41?)
Voorstel wijziging	-G62, +G62, +G41, +G42
Toelichting voorstel	Han: zou volgens Oberdorfer en Ellenberg alleen thuishoren op vochtige, zwak zure standplaatsen (G42).
Commentaar referenten	Weeda: - G41, - G61?, + G62 [in Ned. alleen droog, in België ook vochtig]. KG: zot om zo'n zeldzame soort bij 3 ecotopen in te gaan delen.
Reactie	Dat soort in Nederland vooral voorkomt op (iets rijkere) plekken in droge heide (G61) in plaats van in vochtige heischrale graslanden (G42) waar je soort zou verwachten hangt ws samen met zeldzaamheid van dat laatste ecotooptype.
Resulterende indeling	G42, G61