Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
Ecotooptypen		N	Presentie %	Bedekking %	% verklaard
G47	gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke bodem	22.06	0.2	0.01	70.1
G47kr	gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke basische bodem	1.99	0.1		87

Resulterende indeling soortengroepen
G47	gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke bodem

Discussie
Oude indeling	G47
Wijziging vooraf	G27 -> G47
Literatuur	Zie te natte indeling in rivierengebied (par. 2.3.2 Toetsingsrapport (Runhaar e.a. 2003) ). Weeda: 's winters zijn de groeiplaatsen nat, 's zomers kunnen ze min of meer uitdrogen; regelmatige begeleider is Sanguisorba officinalis; planten als Elymus repens en Equisetum arvense weerspiegelen de wisselvallige vochtigheidstoestand van de groeiplaatsen; verder met vooral planten van matig vochtige en droge graslanden als Plantago lanceolata, Rumex acetosa, Ranunculus acris, Crepis biennis, Galium verum, Lotus corniculatus en Daucus carota. Oberdorfer: op wisselvochtige tot wisseldroge, basische tot zwak zure standplaatsen. Ellenberg R=7 (neutraal), F = x~ (indifferent, wisselende vochttoestand).
Conclusie op basis literatuur	G27-> G47, , G27->G47kr?
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen	-
Voorstel wijziging	G27 ->G47
Toelichting voorstel
Commentaar referenten	Weeda: + G27.
Reactie	Vochttoestand in voorjaar en zomer is bepalend voor vochtindeling, niet de wintersituatie. Zie te natte indeling soorten in het rivierengebied (par. 2.3.2. Toetsingsrapport).
Resulterende indeling	G47