Literatuur | Weeda: In Zuid-Limburg zowel op kalkarme, grinderige-lemige afzettingen bovenaan de helling als op kalkrijke grond lager in de zonering. Samen met Succissa pratensis, Potentilla erecta, Polygala vulgaris, Danthonia decumbens, Campanula rotundifolia, Pimpinella saxifraga, Galium verum, Satureja vulgaris, Centaurium erythrea; vroeger tussen Nijmegen en Gennep met Lathyrus linifolius, Hypericum pulchrum, Serratula tinctoria. Oberdorfer: in natte hooilanden (Moorwiesen), schrale bergweiden en en heidegezelschappen, ook in gemengde loofbossen op vochtige (grundfeuchte), basenrijke, vaak kalkarme, neutrale tot zwak zure leem en klei. Grime et al.: het meest op zwak zure standplaatsen (pH 5,0-6,5), vertoont bij laboratoriumproeven gebreksverschijnselen (chlorose) op kalkrijk substraat. |