| Code | Naam | Auteur | Standaardlijst | Vlaanderen | cardmimp | Cardamine impatiens | L. | | Nederland | 204 | Cardamine impatiens | L. | |
Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland | Ecotooptypen | N | Presentie % | Bedekking % | % verklaard | S48 | struweel op vochtige zeer voedselrijke bodem | 0.13 | 0.1 | 0.01 | 54.4 | B47 | bos op vochtige matig voedselrijke bodem | 1.12 | | 0.01 | 93.3 |
Resulterende indeling soortengroepen | 99 | niet indeelbaar |
Discussie | Oude indeling | 99 | Wijziging vooraf | H28->H48, (-P40mu) | Literatuur | zie Runhaar 1991 over te natte indeling riviersoorten (par. 2.3.2 Toetsingsrapport (Runhaar e.a. 2003) ). Weeda: in Midden-Europa bekend van vochtige loofbossen en beschaduwde beekoevers; in Nederland vooral op plekken direct aan rivieroevers; verder in heggen en in grienden binnen het winterbed van de rivieren. Oberdorfer: in ravijnbossen, beukenbossen en gemegde sparrenbossen, ook aan boswegen, aan de voet van rotsen en muren, op door grondwater vochtige (sickerfrisch oder grundfeuchte) bodem. | Conclusie op basis literatuur | H28 -> H48, (-P40mu) | Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen | x | Voorstel wijziging | H28 ->H48 | Toelichting voorstel | Filip Verloove: een plant van natte, zeer voedselrijke bossen en struweel | Commentaar referenten | Weeda: +P47, -H48, - P40mu [in Nederland nooit op muren en bij weten ook niet op steenpuin, zoals in berggebieden]. | Reactie | In Nederlands geen dudielijke standplaatsvoorkeur; de aanvoer van zaad lijkt belangrijker factor te zijn dan de standplaatscondities. | Resulterende indeling | 99 |
|