| Code | Naam | Auteur | Standaardlijst | Vlaanderen | Taxon komt niet voor | Nederland | 238 | Carex laevigata | J.E.Smith | |
Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland | Ecotooptypen | N | Presentie % | Bedekking % | % verklaard | G27 | gesloten korte vegetatie op natte matig voedselrijke bodem | 1.19 | 0 | 0.02 | 100 |
Resulterende indeling soortengroepen | H27br | bronnen en kwelplekken in bossen op natte matig vr. bodem |
Discussie | Oude indeling | H27br | Wijziging vooraf | | Literatuur | Weeda: vooral in brongebieden en langs beekjes; in naburige landen gezien als kenmerkend voor Koningsvaren-Elzenbroekbos (met Klein glidkruid en Koningsvaren) (slechts 2 Ned. groeiplaatsen). Oberdorfer: in zure, 'quelligen Erlenmoren', vaak met Blechnum of Osmunda, kensoort van het Sphagno-Alnetum. Ellenberg: in bossen op zwak zure, natte bodem. | Conclusie op basis literatuur | H27->H22, H21? | Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen | (H27->G27) | Voorstel wijziging | H27 ->H22 | Toelichting voorstel | Han: voedselrijk of voedselarm (H27 of H22)? | Commentaar referenten | KG: recent aangetroffen in de Biesbosch (zoals ook Goudveil en Moerasstreepzaad). Durf over voedselrijkdom geen stellige uitspraak te doen, maar het voorkomen in K-Ebroekbos duidt op H22. In noord-Frankrijk heb ik de soort gezien in H27, op extreem natte, lemige hellingbossen in Foret (Bois?) de Desvres. Weeda: waarsch. bedoelt Kees C. strigosa, althans wat de Biesbosch betreft: soort qua standplaats in Nederland niet veel afwijkend van C. strigosa. | Reactie | Ingedeeld in nieuwe groep H27br. | Resulterende indeling | H27br |
|