Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen - soorten

Venster sluiten

 CodeNaamAuteurStandaardlijst
VlaanderenalopegenAlopecurus geniculatusL.
Nederland40Alopecurus geniculatusL.

 

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
EcotooptypenNPresentie %Bedekking %% verklaard
G28 gesloten korte vegetatie op natte zeer voedselrijke bodem634.6457.29.3436
G47 gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke bodem2623.1428.93.2748.5
P28 pioniervegetatie op natte zeer voedselrijke bodem116.5127.41.8455.6
bG40 gesloten korte vegetatie op brakke vochtige bodem122.5116.51.461
bP20 pioniervegetatie op brakke natte bodem26.849.81.3666.2
bG20 gesloten korte vegetatie op brakke natte bodem124.1710.81.3571.4
G48 gesloten korte vegetatie op vochtige zeer voedselrijke bodem1706.2821.61.376.4
V18sa verlandingsvegetatie in zeer voedselrijk polysaproob water37.8212.60.8779.8
P48tr pioniervegetatie op vochtige zeer voedselrijke betreden bodem90.1215.60.8583

 

Resulterende indeling soortengroepen
G28 gesloten korte vegetatie op natte zeer voedselrijke bodem
P28 pioniervegetatie op natte zeer voedselrijke bodem
bG20 gesloten korte vegetatie op brakke natte bodem

 

Discussie
Oude indelingG28, P28, bG20
Wijziging vooraf
LiteratuurWeeda: vast bestanddeel van weilanden die in winter en voorjaar drassig zijn of onder water staan. 's Zomers blijven de groeiplaatsen vochtig tot nat, hoogstens vindt zeer oppervlakkige uitdroging plaats. Verdraagt vrij veel zout en kan voorkomen op plekken die die 's winters een enkele maal door vloed bereikt worden. Verder treedt hij nogal eens op als pionier. Oberdorfer: op wisselnatte, deels periodiek overstroomde , voedselrijke klei en modder. F= 8= (vochtig tot nat, indicator voor periodieke overstroming).
Conclusie op basis literatuur-
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen+G47, +bG40
Voorstel wijziging
Toelichting voorstelHan: volgens TOESRT veel in vochtige matig vr. graslanden (G47); veroorzaakt door mee opnamen van greppels ?
Commentaar referentenKG: klopt brak eigenlijk wel? Bevatten de brakke opnamen obligaat brakke soorten? Wat G47 betreft: betreft zeer algemene soort die op open, dichtgeslagen plekken (greppels, wegbermen!, kale plekken in weiland) kan voorkomen in lage abundantie. Zitten er ook slootkanten in opname? Zo ja dan kan de soort in laagste deel van vochtige slootkanten staan. Niet indelen bij G47 dus.
ReactieVoor zouttolerantie zie omschrijving Weeda. Hoewel de herkenbare slootkanten uit opnamenbestand zijn verwijderd is de kans groot dat er toch nog wel de nodige heterogene graslandopnamen in bestand zitten.
Resulterende indelingG28, P28, bG20