Literatuur | Weeda: op omgewerkte kleigrond, samen met Euphorbia exigua, Chaenorrhinum minus en Kicksia spec.. Oberdorfer: in onkruidvegetaties langs wegen, op akkers en in tuinen, op zomerwarme, vochthoudende en voedselrijke leemgrond, kensoort Polyg.-Chenopodietalia. Van den Berg & te Linde (2000) (Gorteria 27-1): in Oost-Gelderland op 4 plekken in de omgeving van de Linge: in geklepelde greppelrand met Glyceria maxima, Juncus effusus, Filipendula ulmaria, Poa trivialis en Equisteum arvense (R48), langs greppelrand in open begroeiing van Convulvulus arvensis, Taraxacum officinale en Lapsana communis (P48), in ponyweide met Poa trivialis, Calystegia sepium, Ranunculus repens en Bromus horeaceus (P48/G48) en in bietenakker naast de Linge met Equisetum arvense, Lolium perenne, Alopecurus myosuroides en Sonchus oleraceus (P48). |