Literatuur | Weeda: op uiteenlopende bodems, waarvan de voornaamste overeenkomsten zijn dat ze vochtvasthoudend en niet sterk zuur zijn. In wegbermen, aan slootkanten, in grasland op zandstrandjes en aan bospaden. Groeiplaatsen nogal verspreid over Nederland (geen voorkeur voor ZL of rivierengebied). Oberdorfer: op basenrijke kleigrond, in Mesobromion of Molinion, ook in Nardetalia gezelschappen. Ellenberg R=7? (neutraal?). |