Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
Ecotooptypen		N	Presentie %	Bedekking %	% verklaard
G23	gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem	13.94	6.5	0.45	38.7
S23	struweel op natte voedselarme basische bodem	3.64	8.9	0.31	65.2
S22	struweel op natte voedselarme zwak zure bodem	10.69	2.7	0.08	71.9
S43	struweel op vochtige voedselarme basische bodem	2.81	2.2	0.06	77.1
S42	struweel op vochtige voedselarme zwak zure bodem	5.12	1.8	0.05	81.7

Resulterende indeling soortengroepen
G22	gesloten korte vegetatie op natte voedselarme zwak zure bodem

Discussie
Oude indeling	G22
Wijziging vooraf	-bG20, -bR20
Literatuur	Weeda: verdraagt minder zout dan de Duinrus, speelt geen grote rol in terreinen met een zilte voorgeschiedenis zoals recent of onvolledig van de zee afgesneden strandvlakten. Kan zich hardnekkig handhaven, niet alleen tusssen Knopbies, maar ook na ontkalking in vegetaties met Drienervige zegge, en zelfs als Grote veenbes, Gewone dophei of Kraaihei de overheersende plant is geworden. Oberdorfer: op plusminus zure, venige zandgrond, ook in het Ericion tetralicis, zoutverdragend. R=2? (zuur tot matig zuur?).
Conclusie op basis literatuur	-bG20, -bR20
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen	+ G23
Voorstel wijziging	-bG20, -bR20
Toelichting voorstel	Han: wel kalkmijdend? komt het meest voor in opnamen die als basisch zijn ingedeeld (G23)
Commentaar referenten	KG: Waarom niet G23 i.p.v. of naast G22?
Reactie	Komt ws wel breder voor (ook wel in jongere valleien met Knopbies en verzuurde valleeiden met heide) maar het lijkt me te ver gaan om soort bij G23, G22 én G21 in te delen.
Resulterende indeling	G22