Ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen - soorten

Venster sluiten

 CodeNaamAuteurStandaardlijst
VlaanderenlotusuliLotus pedunculatusCav.
Nederland763Lotus pedunculatusCav.

 

Voorkomen binnen ecotooptypen op basis opnamenbestand Nederland
EcotooptypenNPresentie %Bedekking %% verklaard
G27 gesloten korte vegetatie op natte matig voedselrijke bodem1602.47331.6422.1
bV10 verlandingsvegetatie in brak water33.9712.70.5829.9
G22 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme zwak zure bodem331.9316.40.5337
P27 pioniervegetatie op natte matig voedselrijke bodem70.2719.40.442.5
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem14.246.70.3947.8
G47 gesloten korte vegetatie op vochtige matig voedselrijke bodem950.110.50.3652.7
R43 ruigte op vochtige voedselarme basische bodem2.258.30.3357.1
G28 gesloten korte vegetatie op natte zeer voedselrijke bodem65.545.90.361.2
R27 ruigte op natte matig voedselrijke bodem198.9980.2864.9
G42 gesloten korte vegetatie op vochtige voedselarme zwak zure bodem78.839.20.2668.4
S23 struweel op natte voedselarme basische bodem2.195.30.2271.4
V17 watervegetatie in matig voedselrijk water180.526.40.2274.4
S22 struweel op natte voedselarme zwak zure bodem18.834.70.1976.9
P47 pioniervegetatie op vochtige matig voedselrijke bodem21.83.60.1178.4
S27 struweel op natte matig voedselrijke bodem26.613.80.1179.9

 

Resulterende indeling soortengroepen
G27 gesloten korte vegetatie op natte matig voedselrijke bodem
G22 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme zwak zure bodem
G23 gesloten korte vegetatie op natte voedselarme basische bodem

 

Discussie
Oude indelingG27, G22, G23
Wijziging vooraf
LiteratuurWeeda: op vochtige tot drassige, matig voedselrijke zand- leem- en veengrond. In drassige hooilanden de voornaamste Vlinderbloem; langs de beken vaak in vegetaties van Veldrus; in duinvalleien die alleen 's winters nat zijn en 's zomers oppervlakkig uitdrogen. Dikwijls samen met Filipendula ulmaria, Lythrum salicaria, Lychnis flos-cuculi, Carex disticha, C. acuta, Hypericum tertrapterum, Galium uliginosum, Epilobium palustre en Valeriana dioica; op kapvlakten en in de duinen ook wel samen met Juncus conglomeratus, Molinia caerulea en Potentilla erecta. Zie par. 5.2 Toetsingsrapport (Runhaar e.a. 2003) over te ruime indeling opnamen bij brak.
Conclusie op basis literatuur
Conclusie op basis verdeling over ecotooptypen+G22, +bV10, +G23, +G47?
Voorstel wijziging+G22, +G23
Toelichting voorstel
Commentaar referentenWeeda: + R44.
ReactieZwaartepunt in graslanden.
Resulterende indelingG27, G22, G23