Project aanmaken

Top  Previous  Next

De allereerste keuze die gemaakt moet worden bij het aanmaken van een nieuw project is of de te analyseren data betrekking heeft op een terrestrisch ecosysteem of aquatisch ecosysteem. Voor beide systemen zijn aparte referentietabellen voorhanden.

 

Terrestrisch systeem

 

Vegetatiekarteringen van terrestrische vegetatie kunnen op drie manieren worden aangeleverd:

1.Via een kartering opgezet volgens de Digital Standaard (verder aangeduid als DS).

2.Via een opnametabel geëxporteerd uit Turboveg 2.

3.Via een GeoPackage geëxporteerd uit de Nederlandse Database Vegetatie en Habitats (NDVH).

4.Via een kartering met alleen een opnametabel en een shapefile (vrij formaat).

 

1 - Digitale Standaard

 

Een kartering opgezet volgens de DS bevat de volgende componenten:

een Turboveg 2 database met de vegetatieopnamen;

een MS Access-database;

een Shapefile met vlakinformatie.

 

Alvorens aan de slag te kunnen gaan met ITERATIO moet eerst in Turboveg een export worden gemaakt naar een Opnamentabel. In TURBOVEG (versie 2.140 of hoger) is voorzien in een uitvoer naar ITERATIO 2. Dit is een csv-bestand dat niet worden gewijzigd. Zie TURBOVEG opnametabel voor toelichting.

 

Naast het invoeren van verwijzingen naar Opnametabel, MS Access-database en Shapefile moet ook een projectnaam worden ingevoerd en een Landschapstype voor de pH-berekening worden geselecteerd. Daarnaast kan nog een aanvullende opnametabel worden opgegeven. Deze tabel moet ook in TURBOVEG worden aangemaakt via de ITERATIO exportoptie.Een aanvullende tabel omvat idealiter vegetatieopnamen uit het hetzelfde gebied, of tenminste gerelateerd aan het zelfde landschapstype.    

Pas als alle gegevens zijn opgeslagen in een ITERATIO-project kan een analyse worden uitgevoerd.

 

De ingevoerde meta-gegevens worden opgeslagen in een bestand dat als naam '<projectnaam>.iteratio'. Opslag vindt plaats in de folder <Mijn documenten>\Iteratio. De opnametabel en andere aan de kartering ontleende gegevens worden bewaard in een beveiligde Excel-tabel. Door deze manier van opslag kan een ITERATIO-project weer gemakkelijk worden opgevraagd. Wel moeten alle basisbestanden bereikbaar blijven zodat een project ten alle tijden herladen kan worden. Herladen van een project kan nodig zijn als bijvoorbeeld alle aanpassingen ongedaan moeten worden gemaakt.

 

clip0116

 

 

2 - Vegetatiekaart zonder kaart

 

Om met ITERATIO te kunnen werken kan worden volstaan met alleen een opnamentabel als invoer. Het spreekt vanzelf dat uitvoer naar een kaart dan niet mogelijk is. Wel kunnen gemiddelde indicatiewaarden van iedere opname in de tabel worden berekend, al dan niet ondersteund door een aanvullende opnametabel.

 

clip0117

 

 

3 - NDVH-GeoPackage

 

De gemakkelijkste manier om met ITERATIO aan de slag te gaan is door het importeren van een uit de NDVH (https://www.ndvh.nl) opgehaald GeoPackage. Dit bestand bevat alle informatie met betrekking tot een kartering, waaronder de vegetatieopnamen, de vegetatietypologie en de GIS-kaart met vlakinformatie.

GeoPackage is een open standaard voor distribueren van GIS-informatie. Voor meer informatie over deze standaard zie https://www.geopackage.org.

 

clip0118

 

 

 

4. Vrij formaat

 

In dit geval bestaan de invoerbestanden alleen een uit TURBOVEG geëxporteerde vegetatietabel  en een shapefile.

Wat betreft het 'vrije formaat' zijn er twee mogelijkheden:

1.Een formaat waarmee ieder vegetatietype is vertegenwoordigd door één kolom in de attribuuttabel van het shapefile, waarbij met een getal tussen de 0 en 100 het percentage wordt aangegeven waarmee het type een vlak bedekt. Voorwaarde is wel dat de attribuuttabel de kolom 'ELMID'  (afkorting voor 'element ID') of 'VLAKNR' bevat waarin unieke numerieke waarden zijn opgenomen.

2.Een formaat waarbij in een Excelbestand, met dezelfde naam als het shapefile en in dezelfde folder opgeslagen als waar het shapefile zich bevind, in vier kolommen (A, B, C en H) respectievelijk een objectID, een vegetatiecode een percentage en een velddatum worden opgevoerd. De aanduiding in cel A1 moet overeen komen met de naam van de corresponderende kolom in de attribuuttabel van het shapefile. In de voorbeeldtabel hieronder is dat 'ID', echter in sommige gevallen kan het ook 'ELMID' of 'OBJECTID' zijn.
De datum moet in het format YYYY/MM/DD worden ingevuld in kolom 'H'. Om te voorkomen dat Excel de waarden als datums herkent en veelal converteert dient de gehele kolom als text te worden geformatteerd.

 

ID

Vegtype

Perc

 

 

 

 

Datum

4115

B1a

100

 

 

 

 

2006/06/02

4116

R1

100

 

 

 

 

2006/06/02

4117

B3

80

 

 

 

 

2006/06/02

4117

B5

20

 

 

 

 

2006/06/02

4118

B6

100

 

 

 

 

2006/06/02

4119

B5

100

 

 

 

 

2006/06/02

4120

B3

100

 

 

 

 

2006/06/02

4121

G2

100

 

 

 

 

2006/06/02









 

Voor beide formaten geldt dat in het geval van een complex er meerdere typen kunnen zijn die zijn toegewezen aan één vlak. De som van de percentages moet idealiter 100 zijn.

 

 

clip0119

 

 

 

Aquatisch systeem

 

De projectformats die geselecteerd kunnen worden voor karteringen van terrestrische begroeiingen gelden ook voor aquatische systemen. Echter in de meeste gevallen zal alleen een vegetatietabel voorhanden zijn. Karteringen van aquatische begroeiingen zijn nauwelijks voorhanden.  

 

 

clip0120