U bevindt zich op:
Gebieden
Habitattype '*Duinheiden met struikhei'
Kenschets en beschrijving
EU-code2150
EuropaHet type is in Nederland fragmentair ontwikkeld
Areaal in Nederland1-10 ha
Profiel
Gedetailleerde informatie
Evenals de door Kraaihei (Empetrum nigrum) gedomineerde kustduinen (habitattype 2140) zijn ook de door Struikhei (Calluna vulgaris) gedomineerde kustduinen een prioritair habitattype. Het type komt uitsluitend voor in ontkalkte duinen van het Atlantische gebied.
Behalve Struikhei kunnen (buiten Nederland) ook andere heidesoorten in dit type domineren, waaronder Erica ciliaris, Erica cinerea en Erica scoparia. In ons land betreft het vrij soortenarme begroeiingen, waarin naast Struikhei slechts weinig andere vaatplanten groeien. De ondergroei bestaat voornamelijk uit mossen (o.a. Dicranum scoparium) en korstmossen (o.a. Cladina portentosa, Cladina arbuscula, Cladonia coccifera en Cladonia gracilis). Op basis van de begeleidende soorten wordt deze begroeiing gerekend tot de associatie Carici arenariae-Empetretum van het verbond Empetrion nigri. Het betreft dan vormen van de associatie waarin Kraaihei ontbreekt.
Het zwaartepunt van de verspreiding van dit habitattype ligt in Frankrijk en Groot-Brittannië. In ons land, waar dit type kustheide zijn oostelijke areaalgrens bereikt, komt het slechts fragmentair ontwikkeld voor. De oppervlakte beslaat hooguit tien hectaren. Het voorkomen is beperkt tot een paar locaties in Zuid-Holland en Zeeland, in de van oorsprong kalk-rijke, maar inmiddels uitgeloogde, oude en relatief vlakke binnenduinen.
Fotograaf: J.H.J. Schaminée
Binnenduinen op Schouwen. Op één plaats heeft zich hier een heideveld met Struikhei (Calluna vulgaris) gevormd van enkele hectaren. Mogelijk heeft deze begroeiing zich hier kunnen ontwikkelen uit heidetakken die als camouflagemateriaal werden gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Randvoorwaarden en storingsgevoeligheid
De informatie over randvoorwaarden en storingsgevoeligheid is indicatief en kan niet zondermeer op iedere feitelijke situatie in het veld van toepassing worden geacht!
Abiotische randvoorwaarden
Vochtmatig droog - droog
Zuurgraadzeer zuur - matig zuur
Voedselrijkdomvoedselarm
Zoutgehaltezeer zoet
Bodemtypezand
Opmerkingen
Storende factoren
Hieronder wordt indicatief aangegeven wat de gevoeligheid van dit habitattypen is voor verschillende storende factoren
Ruimtelijke effecten
Oppervlakteverliesgevoelig
Versnipperingvoor kenmerkende dieren gevoelig
Chemische effecten
Verzuring door stikstof uit de luchtzeer gevoelig
Vermesting door stikstof uit de luchtzeer gevoelig
Verzoetingniet gevoelig
Verziltingzeer gevoelig
Verontreiniginggevoelig
Fysische effecten
Verdrogingniet gevoelig
Vernattingzeer gevoelig
Verandering stroomsnelheidniet gevoelig
Verandering overstromingsfrequentiegevoelig
Verandering dynamiek substraatn.v.t.
Mechanische effecten
Verstoring door geluidn.v.t.
Verstoring door lichtn.v.t.
Verstoring door trillingn.v.t.
Optische verstoringvoor kenmerkende dieren gevoelig
Verstoring door mechanische effectengevoelig
Directe menselijke effecten
Verandering in populatiedynamiekvoor kenmerkende dieren gevoelig
Bewuste verandering soortensamenstellinggevoelig